Ondanks de drukte van vrijdag en zaterdag waren we zondag ook weer redelijk vroeg op. We wouden nog het een en ander zien voordat we terug gingen. Als eerste stop hadden we het Negros Museum gepland. Op loop afstand van het hotel in een kapitaal oud pand. je kon goed zien dat er vroeger heel veel geld verdiend werd met de suiker.
Wat ik grappig vond is dat de meest bizarre dingen veilig achter glas stonden en dan staat er zo'n groepje heiligenbeelden gewoon open en bloot op een tafeltje. Als je zou willen, dan stop je ze zo in je zak en voor mij waren dit zo'n beetje de leukste dingen van alles.
Daarna zijn we nog even de stad in geweest voor een bezoekje aan de kerk waar Leny toch eigenlijk altijd wel even een kaarsje opsteekt.
Tegenover de kerk is uiteraard een pleintje en weer met redelijk wat groen en daar dan weer tegenover was de markt.
Terwijl Leny druk bezig was met het zoeken van de juiste lekkere souvenirs voor de familie thuis had ik even tijd om jacht te gaan. Deze dame was de dochter van de verkoopster waar Leny een pond verse pinda's kocht.
Voor de middag stond de ruine op het programma. Hier zit wel een mooi verhaal aan vast. Begin van de 20e eeuw trouwde een van de suiker baronnen met een portugese dame uit Macau (bij HongKong). Toen zij overleed, al vrij snel, heeft hij ter nagedachtenis een landhuis laten bouwen. Ze noemen het daarom ook wel de Taj Mahal van Negros. Toen de Japanners in de tweede wereldoorlog het land binnen vielen hebben de amerikanen het huis in de brand gestoken om te voorkomen dat het als hoofdkwartier gebruikt zou worden. het was alleen zo goed gebouwd dat alle houten vloeren en zo verbrand zijn, maar de constructie staat nog. Dit is nu een van grootste attracties in de buurt van Bacolod.
De plaatjes spreken denk ik wel voor zich.
Natuurlijk is er een fontein
Met wens put
Tenslotte vanaf het vliegveld nog even een laatste blik op de vulkanen en dan mogen we terug naar Cebu. Vliegend is dat gelukkig maar een half uurtje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten