Malapascua Island is een klein eiland dat net ten noorden van de uiterste noordpunt van Cebu ligt. Het is een van de meest bekende duikplekken van Cebu omdat je hier (op de nodige diepte) bijna een garantie hebt om grote voshaaien te zien (tot een meter of 5 lang, maar ze schijnen ongevaarlijk te zijn). Daarnaast worden er vaak roggen, schildpadden en zo gezien. Ik was er nog nooit geweest en het stond al wel lang op mijn lijstje. Leny was er jaren geleden eens geweest (voor de riolering) en die had niet zo lekker gezwommen :-). Nu is de boel gelukkig wel wat beter. We hadden weer een lang weekend en dus hadden we wel zin een ritje. Het is zo'n 80 km (of wel twee en half uur) met de auto en dan nog een uurtje met de boot.
En het was warm. het voelt nog steeds alsof het zomer is hier.
Via kennissen van Isabel hadden we een goed (zeg maar gerust heel goedkoop, 5 Euro per kamer) klein resort gevonden. Dat lag dan wel niet pal aan het strand, maar een minuutje of vijf lopen en dat was ook prima te doen. Wat krijg je dan voor die vijf Euro? Een mooie kamer met een aardig bed, een kleine ventilator en een basic badkamer (dat wil zeggen, een wc potje, formaat kleuterschool met een kraan en een emmer. Die emmer is dan de douche, de stortbak en de wastafel). Wel was het leuk aangelegd.
Dan was er nog een aparte ruimte waar we konden zitten en waar ook gekookt mocht worden (hadden we niet voor niets onze elektrische rijstkoker meegenomen :-)
En had ik al gezegd dat het water uit de put kwam? Drinkwater hebben we dus ook maar gekocht
na een korte pauze en even uitblazen van de hitte verdwijenen we dan zo tegen een uur of vier toch naar het strand. En dat is leuk. Zowel de weg er naar toe als het strand zelf. Leny was wel een beetje jaloers op mijn shirt met de lange mouwen en die had zichzelf dus ook maar een nieuw badpak cadeau gedaan.
En als iedereen dan klaar is, dan kunnen we weg.
Even bij de hoofdweg van het dorp uitkijken voor het razende verkeer. Er is bij elkaar misschien zo'n tweehonderd meter verharde weg en er zijn geen autos.
Op het 'dorpsplein' rechts af
Om dan uit te komen op de strand boulevard
Een meter of 30 uit de kust begonnen de velden met zeegras en daar is voor iemand als mij (of als Bless) altijd wel wat leuks te vinden. Zoals hele grote en mooie zee-egels.
Voor de verandering was Leny's vader ook eens bereid om de winkel op slot te doen.
En er zijn best wel mooie witte stranden
De "haven" waar de boten van en naar Cebu aankomen en vertrekken (wordt beheerd door de gemeente, dus niet schoon gemaakt)
En dan net om de bocht het strand voor de duik resorts en daar is het strand iedere ochtend weer smetteloos schoon ...
Wat ik altijd leuk vind is als er wat leven op het strand is. Deze dame was aan het kijken of de baracuda's al droog genoeg waren om als stokvis verkocht te kunnen worden. Tot spijt van Leny's moeder en tante nog niet.
Ook wel grappig, dit is weer een andere baracuda dan die ik wel eens vang. Die ik soms vang heeft een zwarte staart met een witte punt aan het eind, deze heeft helemaal een gele staart. het gebid is wel net zo indrukwekkend.
Eenmaal terug op het eiland, en direct achter de resorts is de armoede toch nog wel groot en het gebrek aan allerlei sociale voorzieningen toch wel schrijnend. Niet alleen is er geen tandarts ...
Ook wordt het afval niet opgehaald en overhaal maar gestort en verbrand, zijn er wel wat gemeenschappelijke toiletten geplaatst, maar veel van de deuren zijn er al niet meer of de sceptic tank is al ingestort. Nog niet iedereen profiteert hier van het toursime. Wel zijn er (uiteraard) weer heel veel kinderen.
Op de weg terug zijn we nog even op een van de plaatselijke marktjes gestopt voor wat pinda's en rode, gele en groene bananen. Dat is allemaal veel en veel goedkoper dan in de stad.
Op dit soort tochtjes zijn we op heenweg vaak volbeladen met eten voor onszelf en op de terugweg nog zwaarder met eten voor ons en voorraad voor de winkel :-)